Op audiëntie in graaf Frederiks Paleis in Palermo

Ooit was Sicilië een rijk eiland, eeuwenlang de graanschuur van Italië. Maar na oorlogen met de Fransen, Engelsen en Spanjaarden werd het leeg geroofd en de gevolgen daarvan zijn nog steeds actueel. Uit de welvarende tijd is nog veel moois bewaard alhoewel niet altijd meer in de beste staat. Eigenaren proberen het erfgoed met man en macht in ere te houden, zoals dat van Palazzo Conte Federico, het paleis van graaf Frederik in het hartje van de hoofdstad Palermo

Wie vaker in Italië komt weet inmiddels dat er achter ogenschijnlijk eenvoudige gevels in doorsnee straten, de mooiste schatten schuilgaan. Als we het paleis van graaf (conte in het Italiaans) Federico in Palermo zoeken, belanden we in een bedenkelijke volksbuurt, waar een paard in open stalling uitrust van z’n werk voor de toeristenkoetsjes van de stad. De witte schimmel tegenover het paleis kauwt nog een baaltje hooi en kijkt verwonderd naar de mensen op straat, die uitgebreid onder auto’s en brommers liggen te sleutelen. De klanken van volksmuziek vullen de straat met Sicilaanse passie. Zo’n straat dus waar de was overal buiten hangt, waar het laatste likje verf in vervlogen tijden werd opgebracht en waar je je in het donker nogal unheimisch voelt, om maar eens een mooie Italiaanse term te gebruiken.

Boven de was is het paleis…
Wie verwacht hier een van de mooiste gebouwen van de stad…?

“Ja, dat paard”, moppert de gravin als ze ons begroet. “Dat mag daar helemaal niet staan!” Maar handhaving is niet de sterkste kant van de Siciliaanse autoriteit hadden we al eerder gemerkt. Unheimisch voelt de gravin zich in ieder geval niet. De geboren Oostenrijkse uit Salzburg, werd jaren geleden verliefd op de graaf en de stad. Duits geeft ze nog wel en, hoe kan het ook anders, muziekles. Alhoewel dat steeds lastiger wordt want de Italiaanse scholen hebben het vak al wegbezuinigd.

Gravin Alwine leidt ons rond
Ingang van het palazzo met rechts de contouren en het raam van de toren uit de 13e eeuw

Jaren geleden kwam dit historische gebouw in hun bezit. Graaf Alessandro Federico en zijn Oostenrijkse verovering Alwine, stichten er een gezin en gebruiken het nog steeds als woonhuis. Leuk zo’n titel en een paleis maar met de torenhoge kosten is het wel sappelen om rond te komen. Het zijn de kosten van de moderne tijd, opgelegd door een overheid die steeds meer regels en belastingen verzint. “Weet u wat voor rekening ik kreeg voor de afvalstoffen?! 45.000 euro want het wordt per vierkante meter berekent!”, vertelt de gravin verontwaardigd. “En ik heb nog nooit iemand de vuilnis zien ophalen in deze straat.”

De binnenplaats

De adellijke familie moest dus op zoek naar extra euro’s en daarom verhuurden ze een ronduit koninklijke slaapkamer als B&B. Daarna werden er in het naastgelegen pand appartementen gebouwd die direct verbonden zijn met het paleis en sinds kort geeft de familie ook rondleidingen door hun huis, alle beetjes helpen. Zoals het een goed Italiaans familiebedrijf betaamt, hebben de zonen van begin dertig besloten zich volledig voor het palazzo te gaan inzetten en dat is ontzettend leuk. Geen gids die beter kan vertellen over het unieke stulpje als gravin Alwine en haar kroost, die met knikkers speelden op de paleistrappen.

Deze kamer werd eerst als B&B verhuurt

Dat de tijd hier niet snel gaat blijkt als we de woonvertrekken zien waar audioapparatuur uit de periode van voor de cassettebandjes staat. Vergeelde familiefoto’s sieren de muur, op het kantoor van de gravin stapels paparassen, er bekruipt ons een voyeuristisch gevoel. De gravin gooit de deuren open om de Siciliaanse voorjaarszon met z’n warme licht het huis te laten verwarmen en een sprookjesachtige aanblik te geven. “We hebben geen verwarming hier dus een beetje zon zo vroeg in het voorjaar is altijd welkom. De nachten zijn nog best koud maar het wordt hier nooit kouder dan 14 graden”, horen we van de gravin in onberispelijk Italiaans, maar ze schakelt net zo makkelijk naar Engels en Duits.

Entree

Bij de ingang die leidt naar de binnenplaats is de klassieke racewagen van de graaf niet te missen, daarover later meer. Klassiek en niet minder imposant is het fraaie houtsnijwerk van de barokke architect Venanzio Marvuglia. De grote rode marmeren trap leidt naar de adellijke vloer en vele zalen die ieder een tijdperk weerspiegelen. Klassiek meubilair, fascinerende houten en beschilderde plafonds uit de zeventiende eeuw, de achttiende-eeuwse fresco’s van Vito D’Anna en Gaspare Serenario en dan nog de wapencollecties van de heer des huizes. Dit moet je echt een keer zien.


De oude en originele keuken kan zelfs worden gebruikt voor feesten en partijen, hij functioneert nog net zo als in de tijd van Michiel Adriaenszoon de Ruyter. Wat velen niet weten is dat onze zeeheld bij Sicilië tegen de Fransen vocht en in de schaduw van de Etna in 1676 overleed.

Achterin bij het gordijn rechts is de entree naar de appartementen

Na een aantal majestueuze zalen te hebben gezien waar de prominente bewoners ongetwijfeld ooit zwierig hebben gewalst, komen we bij het hoogtepunt, de Torre di Scrigno. Dit oudste deel van het gebouw is een Arabisch-Normandische toren uit de 12e eeuw. De enige nog overgebleven toren in z’n soort in de stad, sterker, in de hele wereld horen we trots van mevrouw. Deze toren werd bovenop de stadsmuren ter verdediging geplaatst en diende tevens als een van de toegangspoorten tot de stad. De buitenkant van de toren bevindt zich nu in het huis. Twee prachtige ramen geven een doorkijkje naar een ruimte die doet denken aan ridders en krijgsheren. Een Normandisch raam met verticale raamstijlen en een Aragonees raam met het originele wapen van de stad Palermo, uit de tijd dat de Zwaben en Aragonezen de stad bestuurden.

Ademloos kijken we naar kakofonie aan stijlen die laat zien dat er is, en nog steeds wordt geleefd in dit paleis. Het voelt vast gek om iedere dag bezoekers door je huiskamer te laten lopen maar ook in Nederland kopen kasteelheren bij de kringloop om het broze bezit voor instorten te behoeden.

De oude stadspoort Torre di Scrigno met boven het oude wapen van Palermo is onderdeel van het paleis
De ridderzaal in het oudste deel van het huis

Auto’s

De klassieke wagen bij de entree deed al vermoeden dat dit geen historisch klooster was. Hier woont niet alleen een graaf, een heer, maar ook een Siciliaanse man met al het haantjesgedrag dat je daarbij verwacht. Middeleeuwse wapens, harnassen en klassieke uitrusting voor de schermsport, je waant je in een museum. Maar de inmiddels 80-jarige graaf Frederik is ook gek op racen en dat heeft hij niet van een vreemde. Zijn opa was bevriend met Vincenzo Florio, ondernemer en een van rijkste mensen van het land eind 19e eeuw. Samen waren ze oprichter van de legendarische autorace Targa Florio door Sicilië, een race die de Nederlander Gijs van Lennep in 1973 won en die nog steeds voortleeft in de Italiaanse autosport. Talrijke glimmende bekers zien we, overwinningsfoto’s ruiken naar brandend rubber en autobanden vormen sierlijk opgestapeld de finishing touch voor het decor. Een decor dat door zijn geschiedenis en wonderlijke verzamelingen van stijlen en attributen iedere minuut doet boeien.

Slapen in een paleis

Palazzo Conte Federico is een van de oudste en meest prestigieuze gebouwen in Palermo. Het ligt tussen de Piazza Conte Federico en de Via dei Biscottari, boven de muren van de Punische stad, op korte loopafstand van het Koninklijk Paleis, de Palatijnse kapel en de kathedraal. Overnachten is sinds kort mogelijk in een van de luxe appartementen direct naast het paleis. Een rondleiding is bij de prijs inbegrepen, via een deur in een van de zalen (zie foto boven) kom je zo bij je kamer.

In dit bed voel je je voor even de koning van Palermo!

Meer over het paleis via www.contefederico.com/newsite 
Een overnachting boeken kan ook via de bekende bookingssites.